2 zeer erkentelijk blijven. Zoolang de rentelooze leening echter niet is afgelost, zullen onze uitgaven weinig vermindering toonen. De subsidie van het departement Breda der maatschappij tot nut van 't algemeen moesten wij dit jaar om bijzondere reden geheel ontberen. Een en ander zou ons genoodzaakt hebben, of het aantal kinderen, dat onder leiding kwam spelen te verminderen, of het laatste gedeelte van het jaar tijdelijk alles stop te zetten, indien het regenseizoen niet al reeds voor het eerste had zorg gedragen. Toen n.l. aan alle scholen, evenals vorig jaar, een oproep aan de kinderen was gedaan om Woensdag of Zaterdag middag te komen oefenen, verhinderde de regen zulks maar al te vaak. En hoe prettig kinderen het spelen ook mogen vinden, indien zij niet door de gewoonte gedreven hunne schreden op de vrije middagen richten naar het Wilhelminapark, dan ziet men velen hunner daar niet. Daardoor kon er dan ook met de getrouwen, die zeker niet de minst dankbare leerlingen waren, het geheele jaar door geoefend worden. Evenals vorig jaar konden in de wintermaanden de meisjes in het geheel niet meer komen, doordat de handwerklessen beletten hunne speel uren te vervroegen. Door het bestuur werd bovendien het speelterrein op deze middagen voor een ieder toegankelijk gesteld. Uit redenen van financieelen aard kunnen wij er voorloopig niet toe overgaan dit op meerdere dagen te doen. Daarom ook blijven wij hopen op uitbreidng van het ledental. Des Zondags wordt het terrein door eene voetbalvereeniging bespeeld, waarvoor aan het westelijk gedeelte in het voorjaar nieuwe zorgen werden besteed om het in beteren staat te brengen. Dat zulks volkomen gelukt is, durven we niet beweren. De grond is niet van die hoedanigheid om een flinken grasgroei te bevorderen, waardoor wij elk jaar nieuwe onkosten zullen moeten maken. De turnvereeniging „Prins Hendrik" beoefende gedurende enkele zomermaanden op het terrein de atletiek. Aan de school wedstrijden, die in de Paaschvacantie door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1912 | | pagina 571