21
Op onze daartoe strekkende verzoeken van 2 Januari 1912
no. 1 en van 20 December 1912 no. 69 werden wij door uwen
raad gemachtigd om de begrooting voor het dienstjaar 1912 de
volgende wijzigingen te doen ondergaan, namelijk:
bij raadsbesluit van 2 7 Januari 1912:
Hoofdstuk VI art. 1 der ontvangsten (Subsidie) te verhoogen
met f 1550,en op
Hoofdstuk VI art. 2 b der uitgaven te brengen, voor het
maken van privaatputten met geleidingen ter vervanging van het
bestaande tonnenstelsel in de woningen toebehoorende aan het
armbestuur, f 900,
en bij raadsbesluit van 25 Januari 1913:
af te schrijven van
Hoofdstuk II art. 1 der uitgaven (Onderhoud van gebouwen) f 15,
over te schrijven op
Hoofdstuk I art. 4 b der uitgaven (Kosten van drukwerk
en kantoorbehoeften)f 5,
Hoofdstuk IV afd. 1 art. 1 der uitgaven (Bedeeling in geld) - 10.
f 15
te verhoogen met f 80,
Hoofdstuk VI art. 2 b der uitgaven (Andere uitgaven niet tot de
vorenstaande behoorende).
In het afgeloopen jaar werden door ons verzonden 69 brieven
en ontvangen 19.
Onder de ontvangene bevinden zich twee stuks van heeren
gedeputeerde staten dezer provincie waarvan een de machtiging
bevat tot aflossing eener grondrente, en een de machtiging tot
doorhaling der hypothecaire inschrijving dier rente.
Op de tijdstippen, voorgeschreven bij artikel 54 van de in den
aanhef van dit verslag vermelde verordening, heeft de opneming
Af- en overschrijvingen in de begrooting.
Verzonden en ingekomen brieven.
Opneming der boeken en kas van den rentmeester.