en in 1907 f 10,05
1908 - 20,326
1909 - 15,52s
1910 - 25,50
1911 - 18,45
Alzoo in 1912 f 0,07s minder dan in 1911.
Deze uitgaaf wordt geregeld naar het meerdere of mindere
gewaarborgde en het gehalte van de verkochte panden.
De overschotten op verkochte panden, bestaande uit de meer
dere opbrengst dan de beleende som met de daarop verschenen
interesten, blijven, volgens art. 23 van het Reglement voor de
Bank, gedurende 20 maanden, van den dag van verkoop af ter
beschikking van de houders van pandbewijzen.
Het onafgehaalde vervalt na dien tijd ten voordeele van de
Bank van Leening.
Aan de Bank vervallen overschotten op verkochte panden:
in Februari 1912 f 52,57 van panden, verkocht in Juni 1910.
Mei - 84,18 September
„Augustus - 61,65 „December
„November -138,64 „Maart 1911.
f 337,04
Het overschot op verkochte panden bedroeg
in Maart .1912 f 148,61
1907 f 534,205
1908 - 608,22s
1909 - 511,32s
1910 - 585,95
1911 - 660,06
Juni
September
December
- 110,22
- 168,815
- 112,12
f 539,765
Het overschot bedroeg in
8
Overschot op verkochte panden.