VERSLAG van de kamer van koophandel en fabrieken
te Breda, betreffende den toestand van handel en
nijverheid in deze gemeente, over het jaar 1912.
De kamer was samengesteld uit de heeren
1. J. B. M. Merkelbach van Enkhuizen, voorzitter,
2. H. J. P. Engelbregt,
3. J. J. M. van Pelt,
4. P. van den Biggelaar,
5. Jos. Verhagen,
6. J. M. Rosman,
7. A. A. A. Meeuwesen,
8. G. C. C. Rueb,
9. Ch. M. J. J. Smits,
F. J. C. Michielsen, secretaris.
De kamer had het verlies te betreuren van P 'ee uitmuntende
leden lo. den heer J. J. M. van Pelt die haar door den dood
werd ontnomen en 2o. den heer A. A. A. Meeuwen die door
drukke werkzaamheden verplicht was te Botterdam te gaan wonen.
In de zitting van 8 Januari 1912 werden de heeren J. B. M.
Merkelbach van Enkhuizen en J. M. Rosman respectievelijk
herbenoemd tot voorzitter en onder-voorzitter.
De in 1912 afgetreden leden zijnde de heeren J. B. M. Merkel
bach van Enkhuizen, H. J. P. Engelbregt, P. van den Biggelaar,
werden alle herkozen, terwijl ter vervanging van de heeren van
Pelt en Meeuwesen aan het eind van het jaar in de maand
November gekozen werden de heeren R. G. L. J. Smagghe en
A. J. J. M. Wiercx.
Behalve de gewone correspondentie werden in het jaar 1912
de navolgende brieven verzonden.
lo. Brief aan den Weledelgestr. heer W. IngenHousz Heem
raad van het Waterschap Mark en Dintel ter zake van de
af te treden
in 191G.
af te treden
in 1914.