99 Vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein. Aan dit recht is in 1913 ontvangen voor 114 gewone en 7 bijzondere vergunningen f 6120,315 tegen 6607,815, in 1912. Het recht voor eene bijzondere vergunning bedraagt 75 ten honderd van liet bedrag, hetwelk voor eene gewone ver gunning, overeenkomstig art. 20, 3de lid, der drankwet, wordt vastgesteld. Bovendien wordt het recht van elke vergunning met 50 ten honderd verminderd voor de localiteiten, waarin geen sterke drank in het klein verkocht of geschonken wordt tusschen Zaterdagavond 6 uur en Maandagochtend 8 uur. Van deze bijzondere bepaling werd in 1913 gebruik ge maakt door de houders van 5 bijzondere vergunningen. Met betrekking tot de schatting der huurwaarde van loca liteiten, waarin sterke drank in het klein wordt verkocht, werd door ons in 1909 eene regeling vastgesteld, opgeno men in het gemeenteverslag van dat jaar, welke regeling ook in 1913 tot grondslag voor de berekening van het ver gunningsrecht heeft gestrekt. Schatter van de dranklocaliteiten is de heer F. B. Engbersen. Ten aanzien van de uitvoering en de toepassing van verschillende bepalingen der drankwet valt alsnog het vol gende te vermelden Verleend werden 2 vergunningen ingevolge art. 5, 2de lid (tegen inwisse ling van twee bestaande vergunningen.) 1 vergunning ingevolge art. 55, 1ste lid, letter b (weduwe van een vergunninghouder.) 1 vergunning voor logement ingevolge art. 2, 2de lid. Overgeschreven werden 2 vergunningen op eene andere localiteit (art. 25).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1913 | | pagina 108