142
Instellingen tot voorkoming van armoede.
Deze instellingen zijn
A. De bank van leening.
B. Eene spaarbank van wege het departement „Breda
der maatschappij tot nut van 't algemeen.
C. Eene ziekensocieteit van het departement voornoemd.
D. Eene hulpbank van voornoemd departement.
E. Eene commissie uit voormeld departement tot het doen
van voorschotten aan gepensionneerden.
E. Eene commissie uit idem tot het verstrekken van
warlne spijzen aan behoeftige schoolkinderen.
G. Eene bij koninklijk besluit erkende spaarkas van de
vereeniging „Zuinigheid met vlijt."
H. Eene voorschotbank van voornoemde vereeniging.
I. Eene Boerenleenbank, afdeeling van de Centrale Boe
renleenbank te Eindhoven.
J. Eene spaarbank van den St Josephkring, opgericht
19 Maart 1897.
De toestand van de onder A genoemde inrichting in 191S
is omschreven in het hierachter opgenomen van de commissie
van beheer ontvangen verslag. (Bijlage XXIX).