Aan den raad der gemeente Breda.
Volgaarne maak ik de gelegenheid mij ten nutte UEdel-
achtbaren verslag uit te brengen, aangaande de boekerij en
het archief aan mijne zorgen toevertrouwd.
De boekerij is in goeden staat het is echter te betreu
ren, dat zoo weinigen hare groote waarde en betrekkelijken
rijkdom kennen, anders zoude zij voorzeker in grooter
belangstelling zich mogen verheugen en meerder in getal
zou het aantal zijn van hen die, even als vroeger, tot hun
voordeel haar kwamen raadplegen. Door aankoop en schen
king zijn enkele boeken den schat komen vergrooten.
Wat het archief betreft: steeds werk ik voort volgens
het meermalen door mij uitvoerig omschreven plan. De
doopboeken en trouwregisters der Groote Kerk zij loo-
pen over de jaren 16371810 z'jn alphabetisch en lexi
cographisch bewerkt. Met de bewerking der registers der
andere kerken heb ik een aanvang gemaakt, en reeds is
één deel gereed, en wel een doopboek der kerk in de
Nieuwstraat, vermeldende de doopen van 17041748. Voor
de jaren 17481810 hebben wij eenen klapper.
Het vorige jaar maakte ik er melding van, dat ik tot de
ontdekking was gekomen, dat het archief der Groote Kerk
nog trouwregisters bevatte, welke indertijd aan de gemeente
hadden moeten worden afgestaan. Doch, dat is niet ge
schied jammer genoeg, want zij liggen daar nu nagenoeg
doelloos. Ik heb mij gewend tot lien, die in deze zaak de
beschikking hebben en, was er aanvankelijk besloten ge
noemde registers alsnog aan het gemeente-archief af te
staan, ten slotte kwam daarin door onverwachte tusschen-
komst verandering, en mij is toegestaan, ook deze boeken
alphabetisch-lexicographisch te bewerken ter gelegener tijd
zal ik daarvan een dankbaar gebruik maken.