Argentijnsch vleesch.
Veeziekten.
De invoer van Argentijnsch vleesch, waarmede in 1912
een aanvang was gemaakt, is in 1918 voortgezet.
De invoer bedroeg in 1913 r
In het le kwartaal 5953 K.G.
ff ff 2 e 1336o
3e 9872
4e 6080
Totaal 35270 K.G.
Ook werden organen afkomstig van het voor de militai
ren bestemde vleesch ingevoerd, en door meerdere slagers
gebruikt voor worstbereiding. Deze organen worden bere
kend op 2920 K.G. vleesch, zoodat in 1913 aan vleessh
32350 K.G. werd ingevoerd.
Het Argentijnsche vee is van respectabel gewicht. Schat
men ieder dier op 400 K.G., dan zouden er 81 geheele die
ren zijn ingevoerd. Onder het invoercijfer is niet begrepen
het voor de militairen bestemde vleesch.
Eenmaal werd bij keuring longtuberculose geconstateerd.
Bij gehouden winkelinspectie werd 331 K.G. Argentijnsch
vleesch afgekeurd wegens bederf.
In den aanvang van 1913 kon men in 3 winkels Argen
tijnsch vleesch verkrijgen. Een dezer winkels annex var
kensslagerij werd geheel opgeheven, terwijl men in den
anderen ophield Argentijnsch vleesch te verkoopen en thans
inlandsch vleesch verkoopt.
Hieruit zou men kunnen opmaken, dat het Argentijnsche
vleesch voor wat het gebruik door de bevolking betreft,
niet aan de gestelde verwachtingen voldoet.
Veeziekten ingevolge de wet van 1870 kwamen dit jaar
niet voor.