Bij de periodieke aftreding werden bij raadsbesluit van 2 September 1918 herbenoemd de leden der reinigingscom missie J. Lijdsman, W. J. Slechtriem en A. C. Bom. Ambtshalve fungeerde als secretaris de heer H. Berndes, waarnemend directeur der reiniging, tot 1 April 1913, en vervolgens diens opvolger, de heer M. F. M. G. Keulen. Directie en Opzicht. Door den raad der gemeente werd in de vergadering van 6 September 1912 aan den heer H. Berndes, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als directeur der gemeente reiniging, in te gaan met 1 Januari 1913 of zooveel later als zijn opvolger in functie zoude kunnen treden, onder dankzegging tevens voor de vele en goede diensten door hem in zijne betrekking aan de gemeente bewezen. Bij raadsbesluit van 21 Februari 1913 werd benoemd tot directeur de heer M. F. M. G. Keulen, electrotechnisch- ingenieur te Breda, welke benoeming geacht wordt te zijn geschied voor den tijd van één jaar, ingaande met den dag van infunctietreding. Op 1 April 1913 aanvaardde de nieuwe directeur zijne betrekking en werd de heer H. Berndes eervol ontheven van de tijdelijke waarneming. Bij raadsbesluit van 21 Juni 1913 werd aan den afgetre den directeur, behalve zijn pensioen, eene jaarlijksche toe lage van f 250.toegekend, ingaande op 1 April 1913, ten laste der gemeente-reiniging, onder voorwaarde, dat hij zich ter beschikking van B. en W. zal stellen, ingeval diensten van hem met betrekking tot den reinigingsdienst worden verlangd. De directeur werd in zijn dienst bijgestaan door den vaaltopzichter S. M. van Cortenberghe en de beide opzich ters P. J. Schoenmakers en C. J. Noyens.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1913 | | pagina 238