7 Tonnendienst. Het aantal geplaatste tonnen bedroeg 31 December 1913 "2328 daartegen waren op 31 December 1912 nog 2573 tonnen in gebruik, zoodat in 't geheel 245 tonnen zijn ver vallen, en door beerputten vervangen. Aangenomen kan worden, dat door de verdubbeling der belasting voor het verwisselen der tonnen in het jaar 1914 belangrijk meer tonnen zullen vervallen. Voor slagersafval waren geplaatst 119 tonnen, tegen 123 in 1912, zoodat ook hiervan 4 tonnen vervielen. De tonnendienst werd evenals de vorige jaren behoorlijk waargenomen en gaf hoegenaamd geen aanleiding tot klach ten van het publiek. Pneumatisch leegpompen der beerputten. Deze dienst had geregeld plaats me|t één stoomluchtpomp, terwijl de andere slechts voor reserve dienst deed. In 't geheel waren op 31 December 1913 1169 beerputten in gebruik. Hiervan waren 182 putten voorzien van over stort naar de gemeente-riolen. Er hadden in 1913 2565 ruimingen plaagt, waarbij wer den opgehaald 54530 H.L. faecaliën, tegenover 53850 H.L. in het jaar 1912. De faecaliën werden verzameld in 3 beerreservoirs van beton. De aanwezige voorraad aan faecaliën bedroeg op 31 December 1913 nog ca. 16800 H.L. Verkoop van meststoffen. De verkoop van de verzamelde meststoffen was over het geheele jaar zeer ongunstig en stond op het einde van het jaar bijna stil. Als voornaamste oorzaak daarvan moet in de eerste plaats aangenomen worden de groote toename van het gebruik van kunstmeststoffen en bovendien de ongun stige weersgesteldheid en het opbreken der toegangswegen naar het terrein der gemeente-reiniging voor de nieuwe bestrating gedurende bijna het geheele seizoen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1913 | | pagina 243