In den loop van 1913 is een aanvang gemaakt met den bouw van 69 arbeiderswoningen op een terrein aan de Fellenoordstraat, waarvoor door de Naamlooze Vennoot schap „Volkshuisvesting" -aan de gemeente Breda een voor schot was aangevraagd van ten hoogste f 11 2,000.—. Deze woningen zijn op het oogenblik bijna voltooid en kunnen spoedig in gebruik worden genomen. Dat ze in een behoefte voorzien, blijkt wel uit het feit, dat nu reeds bijna alle woningen verhuurd zijn. „diepte dan drie vierden gedeelten van het erf, gemeten „uit de rooilijn. „Burgemeester en Wethouders kunnen uitzondering op „dit verbod toestaan bij het bebouwen van een open erf, „gelegen aan den hoek van twee straten, overeenkomstig „door hen te stellen eischen. „In andere bijzondere gevallen of ingeval van dringende „noodzakelijkheid kan de gemeenteraad uitzondering op be- „doeld verbod toestaan en nadere eischen stellen. „Op tuinhuisjes, berghokjes, plantenkasten en dergelijke „gebouwtjes is de bepaling van de eerste alinea niet van „toepassing, mits deze te zamen niet meer oppervlakte in- nemen dan een vierde van de in genoemde alinea ge vorderde open ruimte en niet hooger zijn dan 2,5 M." Evenals in vorige jaren werd door burgemeester en wet houders van Breda herhaaldelijk het oordeel der commissie gevraagd over het al of niet verleenen van dispensatie van dit artikel. De commissie, alvorens haar advies uit te brengen, stelt zich immer door een plaatselijk onderzoek op de hoogte van den toestand. 12 \rt. 14 der Art. 14 der bouwverordening van Breda, hierneven bouw- bedoeld, luidt erordening. js verboden een erf te bebouwen over meerdere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1913 | | pagina 269