2
H. F. J. Kessels, brandmeester bij de reddingsbrigade.
P. Ant. Maas,
De opperbrandmeester, de adjunct-opperbrandmeester en
de brandmeesters zijn, behalve de politie-brandmeester, die
commies ter secretarie en secretaris der brandweer is, allen
patroons in de bouwbedrijven.
In 1913 zijn 3 algemeene, 1 huishoudelijke en 8 bestuurs
vergaderingen gehouden.
Evenals vorige jaren heerschte tusschen de leden eene
aangename verstandhouding, welke een prettige en degelijke
samenwerking tengevolge heeft.
B. Personeel.
liet personeel der brandweer telde op 31 December 1913:
1 opperbrandmeester,
1 adjunct-opperbrandmeester,
17 brandmeesters,
104 brandgasten, zijnde 20 in kringen 1, 2, 3 en 4, 14 in
kring 5 en 10 bij de reddingsbrigade.
1 opzichter van het materieel,
1 bode,
125 personen, benevens hoofdagenten en agenten van politie
en werklieden der gasfabriek en waterleiding' voor de be
diening van afzonderlijke slangenwagens.
10 den voorvermelde brandgasten zijn door den opper
brandmeester aangewezen als brandwacht, 18 zijn pijpleider
.en 25 wekker.
De brandwachten bezitten een uniformjas, met helm en
bijl de pijpleiders hebben een helm en de brandgasten
dragen eene genummerde koperen armplaat.
In 1913 is aan 10 brandgasten eervol ontslag verleend
en de vacatures zijn zoo spoedig mogelijk aangevuld.
De in 1912 tot stand gekomen verhooging van het tarief
voor het personeel werkt merkbaar ten goede. Bij oefenin-