8 dat zij hierin ouderen navolgen uit hun naaste omgeving en het zij verre van ons hun onderwijzers voor deze wan daden aansprakelijk te stellen, maar wij weten ook van hoe groote draagkracht een ernstig woord van vermaan uit den mond van den onderwijzer kan zijn, en welk een diepen indruk dat maken kan op het kind. Gaat er van den onder wijzer steeds in en buiten de school, in woord en in daad, een beschavende invloed uit, dan kan dat op den duur zijn uitwerking niet missen ook op die elementen onder de school jeugd, welke zich aan bovengenoemde handelingen schuldig maken. De gestadige druppel holt den steen. HOOFDSTUK III. Van de commissie van toezicht. In de vacature op het laatst van 1912 ontstaan door het bedanken van den heer A. J. A. Verschraage als lid der Commissie voorzag de Raad der gemeente in zijn zitting van 25 Januari 1913 door de benoeming van den heer J. M. IngenHousz. Deze werd in de vergadering van 30 Januari met een woord van welkom door den voorzitter geïnstalleerd Kort daarop ontviel der Commissie wederom een zeer verdienstelijk medelid door het bedanken wegens hoogen leeftijd van den heer V/. G. H. Rombouts. Dit verlies is des te meer te betreuren, daar de heer Rombouts gedurende eene lange reeks van jaren met nooit verflauwenden ijver en een groote kennis van zaken zich als lid der Commissie gewijd heeft aan de belangen van het lager onderwijs in deze gemeente. Ten gevolge van de keuze van den gemeenteraad op 5 April 1913 werd zijn plaats ingenomen door den heer C. L. A. M. van Gils, die op 17 Mei d.a.v. voor de eerste maal de vergadering der Commissie bijwoonde na door den voor zitter als welkom medelid te zijn begroet en geïnstalleerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1913 | | pagina 460