VERSLAG over den toestand van het middelbaar
onderwijs in de gemeente Breda gedurende het
jaar 1913-
Het getal der scholen voor middelbaar onderwijs bleef in
1913 onveranderd, te weten
A. De hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus;
B. De burgeravondschool met vierjarigen cursus; en
C. De gemeente-teekenschool met zesjarigen cursus.
De commissie vergaderde onder meer voor de benoeming
van een nieuw lid, voor de vaststelling van het jaarverslag
de programma's der scholen, den uitslag van overgangs- en
toelatingsexamens der hoogere burgerschool, de benoeming
en herbenoeming van leeraren, de benoeming van tijdelijke
leeraren in de geschiedenis, staatswetenschappen en hand-
teekenen, de regeling der jaarwedden van directeur en
leeraren der hoogere burgerschool en burgeravondschool en
eindelijk naar aanleiding van verschillende ingekomen stuk
ken en huishoudelijke zaken, de drie scholen betreffende.
De commissie was bij het begin van het jaar 1913 niet
voltallig, daar de vacature, ontstaan door het bedanken van
den heer A. J. A. Verschraage nog niet was vervuld. In
de eerste vergadering der commissie in 1913 werd met
algemeene stemmen besloten eene poging te doen om den
heer Verschraage voor de commissie te behouden. Deze
poging slaagde en op onze voordracht werd de heer A. J.
A. Verschraage in de gemeenteraadszitting van 5 April her
benoemd tot lid onzer commissie.
Onze voorzitter, Mr. E. P. van Lanschot, werd in de
gemeenteraadszitting van 27 December 1913 voor den tijd
van vijf jaren tot lid herbenoemd.
31 December 1913 bestond de commissie dus uit de heeren
Mr. E. P. van Lanschot, burgemeester, voorzitter, (aftreding
in 1918);