Binnenlandsche Zaken aan den heer Breedvelt vergunning was verleend om gedurende het schooljaar 1913 1914 eenige lessen te geven aan onze hoogere burgerschool, werd einde December door onze commissie voorgesteld Mejuffrouw Mees en de heeren van der Meulen en Breedvelt, die zich allen zeer verdienstelijk van hunne taak kweten, te be noemen tot 1 September 1914 als waarnemende leeraren der school. De heer L).. J. van Enst, leeraar in de Hoogduitsche taal, werd in de raadszitting van 2G Juli als zoodanig herbenoemd voor het schooljaar 19131914. Eindelijk werd wegens ziekte van den heer J. N. Tj. Buining, leeraar in het handteekenen, de directeur ge machtigd (brief van 5 Juni 1913) om diens lessen geheel of gedeeltelijk te doen waarnemen door den heer W. P. Mulder, leeraar aan de gemeenteteekenschool alhier. Tot 1 Juli behoefde de heer Mulder slechts zeven lessen te geven. Van 1 Juli tot 20 October gaf de heer Buining alle lessen zelf; toen werd hij opnieuw ongesteld, zoodat sedert 28 October alle lessen door den heer Mulder werden waargenomen. Einde December was deze nog in functie. Het behoeft geen betoog, dat tengevolge van al deze wijzigingen de taak van directeur en leeraren werd verzwaard. Op 31 December 1913 bestond het personeel der hoogere burgerschool dus uit B. W. Mondt, civiel-ingenieur, directeur en leeraar in de wiskunde, de werktuigkunde en het rechtlijnig teekenen C. B. Barto, werktuigkundig ingenieur, leeraar in de wiskunde, de werktuigkunde en het rechtlijnig teekenen G. van Bij, leeraar in de wiskunde en het boekhouden; A. J. Klein Swormink, leeraar in de wiskunde H. Corver, doctorandus in de wis- en natuurkunde, leeraar in de natuurkunde en de cosmografie Br. J. E. van den Arend, leeraar in de scheikunde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1913 | | pagina 506