5o. Een gelukkig verschijnsel is het, dat bijna alle leer
lingen met vlijt en toewijding de lessen volgden en dat
geen der leerlingen van de school wegens veelvuldig ver
zuim of wangedrag verwijderd moest worden.
De commissie eindigt haar verslag met een woord van
hartelijken dank voor al hetgeen in het afgeloopen jaar
voor de scholen werd gedaan en beveelt de belangen der
scholen opnieuw bij U aan.
De commissie van toezicht op het
middelbaar onderwijs,
E. VAN LANSCHOT, voorzitter.
H. J. A. FEBER, secretaris.
39
60. Alle leeraren maakten gebruik van de gelegenheid,
om zoowel pensioen voor zichzelf als voor hunne weduwen
en weezen te verkrijgen.
Breda, 6 Februari 1914.