VERSLAG van de Commissie voor de ambachts school over het jaar 1913. Aan den raad der gemeente Breda. Ingevolge art. 10 der verordening voor onze commissie, hebben wij de eer het verslag aan te bieden over het afge- loopen jaar het 28ste sedert de oprichting der school. Van de commissie. Door vertrek uit de gemeente van den heer A. A. A. Meeuwesen, die als lid van uwen raad in onze commissie zitting had, ontstond eene vacature, waarin in de zitting van den raad van 25 Januari voorzien werd, door de be noeming van den heer N. J. IJ. van Groenendael, terwijl de heer W. J. Slechtriem, die ulto. Dec. j.l. aan de beurt van aftreding was, bij besluit van 27 Dec. 1.1. door uwen raad als zoodanig werd herbenoemd. De commissie was aan het einde van het verslagjaar samengesteld uit de heeren mr. E. P. VAN LANSCHOT. W. J. SLECHTRIEM. P. OTTEN. L. H. NUSSELEIN. J. LIJ DSM AN. N. J. II. VAN GROENENDAEL. F. M. LOYENS. De directeur der ambachtsschool de heer J. J. HARTE, staat de commissie als secretaris bij. Personeel. In het onderwijzend personeel kwam eenige verandering. Het groot aantal smeden dat zich sedert jaren aanmeldde, deed reeds lang de behoefte aan een derden leeraar in dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1913 | | pagina 543