14 som van f 2100. in November 1891 aangekocht en voort gesproten uit de aflossing van twee Russische obligatiën, ieder groot f 1000.ons gelegateerd door wijlen Mr. Jacob Hoeufft, blijkens testament verleden voor den notaris J. van Naerssen te Breda op 19 April 1830. Volgens uiterste wilsbeschikking van bovengenoemden erflater wordt de rente van dit kapitaal uitgekeerd aan twee schaamachtige armen, en wei aan een den protestantschen en aan een den roomsch katholieken goedsdienst belijdende. In het genot van deze uitkeeringen zijn thans Clara Hopman en wed. H. M. de Hardt. Ook wordt aan deze vrouwen uitgekeerd de rente van f 27.05, belegd in de Rijkspostspaarbank. Laatstgenoemd bedrag is ontstaan door het verschil tus- schen de aflossing der Russische obligatiën bovengenoemd en den aankoop der Nederlandsche werkelijke schuld. Mede is onder het sub 2o. genoemde kapitaal begrepen eene som van f 3000.in contanten gelegateerd door wijlen mevrouw Ilenriette Johanna Anna Maria Oukoop, weduwe van den hoogedelgestrengen heer Charles David van Naerssen, welke gelden ingevolge hare uiterste wils beschikking, bij akte verleden voor den notaris Mr. J. A. Vorstman te Ginneken zijn ingeschreven in het grootboek der Nederlandsche werkelijke schuld. De rente van dit kapitaal moet, mede ingevolge boven genoemde uiterste wilsbeschikking, uitsluitend worden aan gewend tot uitdeeling van brood en brandstoffen aan de armen. De bij den aankoop dezer inschrijving in het grootboek overgebleven som van f 65.25 is in de Rijkspostspaarbank belegd. De daaruit voortspruitende rente wordt eveneens bestemd tot uitdeeling van brood en brandstoffen. Nog is onder het sub 2o. genoemde kapitaal - begrepen eene som van f 100.onze administratie geschonken door den weledelen heer J. Ingen-Housz-Boots bij gelegenheid

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1913 | | pagina 631