13 moeten door den Raad uit zijn midden worden benoemd, zoodat de in functie zijnde commissieleden, de heeren H. H. van Mierlo, J. M. IngenHousz, mr. H. E. van IJsendijk en mr. W. IngenHousz, niet langer meer zitting konden hebben, en werd hun dientengevolge bij raadsbesluit van 25 Januari 1913 eervol ontslag verleend, onder dankbetuiging voor de goede diensten door hen in die betrekking aan de gemeente Breda bewezen. Opgemerkt dient te worden, dat de Bank van Leening niet meer is, zooals vroeger, eene afzonderlijke instelling, maar een gemeente-bedrijfstaande onder beheer en toezicht van Burgemeester en Wethouders, daarin bijgestaan door eene vaste Commissie, ingevolge artikel 54, 2de lid, dei- Gemeentewet. Bij besluit van den Gemeenteraad, d.d. 25 Januari 1913, werden tot leden van genoemde Commissie benoemd de hee ren F. C. J. van Huiten, H. A. Sassen, J. B. M. Merkel- bach van EnkhuÜzen en W. J. A. Loomans, terwijl door Burgemeester en Wethouders tot voorzitter dier Commissie werd aangewezen de heer A. P. Scheltus. Bij raadsbesluit van 2 September 1913 werden de heeren F. C. J. van Huiten, J. B. M. Merkelbach van Enkhuizen en W. J. A. Loomans voor het jaar 1913/14 herbenoemd tot leden der Bankcommissie, terwijl in de plaats van den heer H. A. Sassen, die, wegens zijne benoeming tot wet houder, als lid aftrad, benoemd werd de heer W. J. H. Fëber. In hare vergadering van 12 Februari 1913 werd de heer W. J. A. Loomans tot secretaris der Commissie benoemd. De Bankcommissie was op 31 December 1913 alzoo samengesteld uit de volgende heeren A. P. Scheltus, Voorzitter. F. C. J. van Huiten. J. B. M. Merkelbach van Enkhuizen. W. J. H. Feber. W. J. A. Loomans, Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1913 | | pagina 661