Bij den betaalmeester werd gestort voor ambtenaars- pensioen (ingevolge art. 40 der Pensioenwet voor de ge meente-ambtenaren 1913) f 952.47 voor weduwen- en weezenpensioen(ingevolge art. 27, le lid, sub a, der we duwen wet voor de gemeente-ambtenaren 1913) f 9909.83. Aan vóór 1 October 1913 verleende pensioenen werd be taald een bedrag van f 15918.06. Het totaal der ontvangsten bedroeg 1' 30288.50, en dat der uitgaven f 28785.615. Er is dus een voordeelig slot van f 1502.885. Aan den eervol ontslagen werkman der gemeente-reini ging M. Bakkers is, met machtiging van burgemeester en wethouders, een voorschot betaald van f 71.25 (f 4.75 per week) tot het tijdstip, waarop hem Rijkspensioen wordt toegekend en onder verplichting, dat door hem het genotene in de kas van het gemeentelijk pensioenfonds zal worden teruggestort. Deze terugstorting zal in 1915 worden ver antwoord. Aan dit verslag wordt toegevoegd I. Staat der bezittingen van het fonds, naar den toe stand op 31 December 1914. II. Opgave van betaalde pensioenen in 1914. Breda, 29 Maart 1915. De Administrateur, CERUTTI.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1914 | | pagina 164