vallenwet 1901 in 4 gevallen aan werklieden voor min ol
meer ernstige ongevallen eene nitkeering toegekend.
Gedurende liet dienstjaar 1914 genoten de werklieden in
't geheel 133 dagen verlof met behoud van heilvolle dagloon.
Aan de arbeiders werd uitbetaald
aan weekloonenf 21104.935
voor ziekengeld- 327.95
kleeding werd uitgegeven - 139.075
pensioen aan een eervol ontslagen
arbeider- 150.
premie aan de Rijksverzekerings
bank - 277.41
Inrichting
Behalve de gewone jaarlijksche herstellingen werden de
volgende werkzaamheden verricht
Het gedeeltelijk versterken van de dekplaat van het groote
beerreservoir in gewapend beton.
Het vernieuwen der steunpalen van een wagenloods.
Het vernieuwen en verplaatsen van den schraag van den
beerketel, en het verder in orde brengen van dezen ketel
voor het vullen der tramwagens.
Het maken en plaatsen van een asphyxiaiie-toestel met
ijzeren klok en kooi voor het afmaken van honden.
De kosten voor de hierboven genoemde werkzaamheden
bedroegen totaal f 718.85"'.
Paarden.
De gezondheidstoestand der paarden was minder gunstig
In hoofdzaak waren de ziekteoorzaken kreupelheid door
verwonding, infectie en koliek.
Een der paarden moest tengevolge van kruisverlamming
voor de slachtbank ve.'koeht worden.