Volkshuisvesting.
- 10
HOOFDSTUK IV.
Woning- In den loop van het Jaar 1914 werd door de Com-
onderzoek. miagie een plaatselijk onderzoek ingesteld in 41 wo
ningen, en wel
In 9 woningen en erven, ten einde advies te kun
nen verleen en aan den gemeenteraad van Breda, in
zake aangevraagde dispensatie van art. 14 der Bouw
verordening (zie bijlage II).
In "32 woningen, ten einde uitvoering te geven aan
de Woningwet en een besluit uit te lokken van bur
gemeester en wethouders, waarbij wordt gelast den
bestaanden toestand te verbeteren of waarbij de be
trokken woning onbewoonbaar wordt verklaard.
Art. lib, 14 en Als niet ongeschikt ter bewoning, doch noodzakelijk
40 der verbeteren (artt. 11b, 14 en 40 der Woningwet),
Woningwet. wer(jen aangewezen de woningen
Ginnekenstraat 59 verbeterd.
Art. Ma der Als ongeschikt ter bewoning, doch alsnog in be-
Woningwet. woonbaren staat te brengen (art. 11a der Woningwet),
werden aangewezen de woningen
Ridderstraat 11, 13 en 15 (boven) niets verbeterd,
doch bewoning is gestaakt.
Keizerstraat 38 en 38a niets verbeterd.
Tramsingel 4a en 4b
Idem 5, 6, 7, 8 en 9 gedeeltelijk verbeterd.
Fellenoordstraat 64, 66, 68, 70,
72, 74, 76, 78 en 80 verbeterd.
Molenstraat 13 links en 13 rechts niets verbeterd,
17 17 doch bewoning gestaakt.
Nieuwstraat 14 niets verbeterd,
doch bewoning gestaakt.
Middellaan 40, 42, 44, 46 en 48 niets verbeterd.