28 B Het college van dagelyksch bestuur. Voormeld college was op 31 December 1914 samengesteld uit de heeren Mr. E. P. van Lanscbot, burgemeester, benoemd bij koninklijk besluit van 21 Augustus 1907, n°. 46 geïnstal- leerd 11 September daarna. Herbenoemd bij koninklijk be sluit van 15 Augustus 1913, n°. 50. A. P. Scheltus, wethouder, aftredende in 1917. H. A. Sassen, wethouder, aftredende in 1917. Mr. W. IngenHousz, wethouder, aftredende in 1920. De burgemeester en de wethouders Scheltus en Ingen Housz waren met de heeren L. M. Beekers, commies (als hoofd) ten kantore van den burgerlijken stand en A. J. van Son, (hoofdcommies ter secretarie), ambtenaren van den burgerlijken stand. Bij raadsbesluit van 3 Augustus 1912 is alsnog tot vierde ambtenaar van den burgerlijken stand benoemd de heer M. J. M. Nelissen, adjunct-commies ten kantore van den burgerlijken stand en bevolking. Secretaris H. H. Jonkergouw, benoemd bij raadsbesluit van 20 Juni 1908. Ontvanger: inr. F. Th. H. Cerutti, benoemd bij raadsbesluit van 12 December 1914 met ingang van 1 Januari 1915. Mutatièn in den raad en in het dagelijksch bestuur. In het dagelijksch bestuur hadden in 1914 geene inutatiën plaats. De heer mr. W. IngenHousz, die in 1914 volgens den rooster aan de beurt van aftreding als wethouder was, werd in de raadszitting van 1 September als zoodanig herkozen. In de samenstelling van den raad kwam in 1914 geen verandering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1914 | | pagina 37