de heer G. L. Breedtvelt, werd echter niet benoemd (raads zitting 20 Juni), zoodat in October een derde oproeping geschiedde, (raadszitting 3 October). Gevraagd werdéén leeraar in de Geschiedenis en één leeraar in de Staatsweten schappen, of één leeraar in Geschiedenis en Staatsweten schappen (bij volledige bevoegdheid met personeele toelage van f 400.Eerst in hare vergadering van 19 December kon de commissie advies uitbrengen aan den gemeenteraad. Het onderwijs in de vakken van den heer de Jong werd van 7 September af gegeven door de heeren H. M. Bur-- winkel, doctorandus in de Nederlandsche letteren, (geschie denis) S. J. van der Meulen, (staatsinrichting) en (sedert 1 October) door den heer B. J. Krijgsman, leeraar aan de G. H. B. School te Terneuzen (Staathuishoudkunde). Aan Mevrouw W. Fruin-Mees en aan den heer G. L. Breedvelt brengt de commissie hartelijk dank voor de uit nemende diensten aan de school bewezen. De lessen in het handteekenen werden tot September gegeven door den heer W. P. Mulder, leeraar aan de ge- meenteteekenschool en tijdelijk belast met de lessen van den heer Buining aan de ambachtsschool, die daarvoor den dank der commissie verdient en na 7 September door mejuffrouw tl. A. Smits te Delft, die einde December nog als leerares werkzaam was. De benoeming van Mejuffrouw Smits en de heeren Bur- winkel en van der Meulen geschiedde door Burgemeester en Wethouders bij besluit van 7 September 1914, die van den heer Krijgsman bij besluit van 28 September. Nog dient vermeld, dat bij raadsbesluit van 1 Augustus 1914 de heer K. E. van Grielhuijsen definitief benoemd werd tot leeraar in de Nederlandsche taal en de geschie denis, terwijl de heer D. J. van Enst in dezelfde zitting van den gemeenteraad werd herbenoemd tot leeraar in de Hoogduitsche taal voor het schooljaar 19141915.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1914 | | pagina 516