gesteld de heeren J. Huijskens en P. Bilsen, respectievelijk
voor hand- en lijnteekenen.
Het leerarenpersoneel der teekenschool bestond op 31 De
cember uit de volgende heeren:
J. J. Harte, tijdelijk belast met de waarneming van de
betrekking van directeur;
W. P. Mulder, leeraar in het vakteekenen aan schilders
P. A. van Gils, leeraar in het vakteekenen aan schilders
en goudsmeden:
J. van Zijp, leeraar in het boetseeren;
E. Adam, leeraar in het machineteeken
H. Kortenbroek, leeraar in het meubelteekenen
J. A. Mol, leeraar in het vakteekenen aan timmerlieden
en metselaars
M. A. Baats, leeraar in het vakteekenen aan timmerlieden;
J. II- Bossink, leeraar in het vakteekenen aan smeden
L. C. van der Pol, leeraar in het vakteekenen aan timmer
lieden en meubelmakers;
G. H. van der Heijden, leeraar in het handteekenen
W. H. Kannemansleeraar in het handteekenen;
C. Booy, leeraar in het handteekenen;
L. A. van Dijk, leeraar in het lijnteekenen;
C. A. van Oijen, leeraar in het lijnteeken;
E. Mathijs, leeraar in het lijnteekenen (tijdelijk) en
W. J. Bossink, leeraar in het machineteeken en.
Nog waren aan de school verbonden L. A. Roovers, als be
diende, H. C. de Jongh, als lampenopsteker en N. Gerritsen,
als portier.
2o. In het leerplan kwam geen verandering.
3o. De lessen van den cursus 19131914 werden her
vat op 7 Januari. Het aantal leerlingen bedroeg in Januari
1914: 468, zooals uit onderstaande tabel I blijkt.