De school heeft sedert de oprichting tot 1903 aan de
gemeente gekost f 410000.dus totaal f 626000.
Het schoolgeld te Breda is reeds nu het maximum, dat
voor de rijksscholen is toegestaan: f 60.een bedrag,
dat slechts aan ééne rijksschool, n.l. Utrecht, geheven wordt.
Verhooging van schoolgeld te Breda, ook voor de buitenleer
lingen, is onmogelijk, omdat de gemeente daarvan geen
voordeel zou trekkenimmers een deel der buitenleerlingen
zou langer op eene der M. U. L. O. scholen blijven en zoo
zouden er minder leerlingen komen in de laagste drie klassen,
zonder dat daardoor parallelklassen zouden vervallen. De
kosten voor de gemeente zouden dus dezelfde blijven, terwijl
de inkomsten zouden afnemen. Een voorbeeld: De eerste
klasse bevat 46 leerlingen, gesplitst in twee afdeelingen.
Kwamen er van deze leerlingen bijv.14 eerst in de tweede
klasse op school, dan zou de klasse voor de overblijvende
32 leerlingen toch in twee afdeelingen moeten gesplitst
worden en de gemeente-school zou van 14 leerlingen minder
schoolgeld ontvangen. Hetzelfde geldt van de tweede en
derde klasse. Werd het schoolgeld voor de buitenleerlingen
opgevoerd, zooals vroeger overwogen werd, dan zou het voor
de buitenleerlingen finantieel, niet moreel) voordeeliger zijn,
naar de rijks-hoogere burgerschool te Tilburg of Bergen-op-
Zoom te gaan, daar schoolgeld plus reiskosten samen minder
bedragen dan de leérlingen te Breda aan schoolgeld zouden
moeten betalen. Zij zouden gedeeltelijk naar die gemeenten
of andere verhuizen en de Regeering zou dus in de nood
zakelijkheid kunnen komen in Tilburg of Bergen-op-Zoom
meer parallelklassen te vormen.
Men bedenke bovendien, dat de ouders der buitenleerlingen
bijna zonder onderscheid niet gefortuneerd zijn (actief dienende
of gepensioneerde officieren, weduwen of eenvoudige burgers).
De gemeente Breda brengt alzoo voor het middelbaar
43