Instelling Centrale Proeftuin voor Noord-Brabant.
Vakkundig verslag over het jaar 1914
Weersgesteldheid.
Hetjaar 1914 heeft zich gekenmerkt door een zachten
winter, met uitzondering van een paar zeer koude weken
in de maand Februari, een koud en regenachtig voorjaar,
en een overwegend koelen zomer en zeer zonnigen nazomer.
Late nachtvorsten, eerst in April en later vooral van
12 Mei, beschadigden op de meeste plaatsen de bloeiende
vruchtboomen, maar het bleek, dat bij het steenfruit de
groote vatbaarheid der bloemen reeds voorbij was, zoodat
de tot heden steeds onvruchtbare abrikozen op den proef
tuin toen volop droegen.
Ook aan de bessen en peren, die elders zoo leden, had
die vorst weinig kwaad gedaan.
Een koud en regenrijk voorjaar werd door een korte
zonnige periode in Juni gevolgd, waarna Juli weer regen
rijk was, maar Augustus heel droog.
De zeer zonnige nazomer heeft in sterke mate de knop-
vorming begunstigd, zoodat de booinen voo.r den volgenden
oogst veel beloven.
Prijzen.
Het koude voorjaarsweer veroorzaakte een late ontwikke
ling der gewassen, waardoor de prijzen der producten ste
gen en hoog bleven tot de vollegronds-teelten volop lever
den. Zelfs zag men weer het merkwaardig verschijnsel, dat
de laatste spinazie van den open grond hooger in prijs was
dan de vroege een in verschillende jaren voorkomend ver
schijnsel, waar meer aandacht moet worden gewijd door de
telers.
De prijzen der producten van glasteelt waren over het