10 Van het Burgerlijk Armbestuur en de vereeniging Bre- dasche Armenzorg ontvingen wij bij het in werking treden van het bureau van den Armenraad de opgaven, bedoeld in art. 54 le lid der Armenwet, betreffende de door die in- slellingen ondersteund wordende gezinnen en eenloopende personen. De daartoe benoodigde dossier-formulieren werden door den Armenraad verstrekt. Ook van de veranderingen, die daarin plaats hebben, wordt ons geregeld mededeeling ge daan, waarvan door ons in de betrekkelijke dossiers, aan- teekening geschiedt, zoodat deze steeds bijgewerkt en in orde zijn. Het gaandeweg zoover te brengen, dat die weg ook dooi de andere instellingen zal worden gevolgd, zal steeds ons streven zijn. Daardoor toch zal de Armenraad over een archief beschikken dat zoo volledig mogelijk is en steeds de jongste wijzigingen zal vermelden. De bestuurderen der weldadigheidsinstellingen mogen de overtuiging bezitten dat het bureau van den Armenraad van de verstrekte gegevens geen ander gebruik zal maken, dan wat met de eischen der wet en die eener rationeele uitoefening der armenverzorging in overeenstemming is. V. Mededeeling omtrent het gebruik, door instellingen, particulieren en hulpzoekenden van de Kamer van Navraag gemaakt. Door een enkele instelling, voorkomende onder c van art. 2 der Armenwet wordt een ruim gebruik gemaakt van de gelegenheid aangeboden bij art. 12 der Armenwet tot het bekomen van inlichtingen omtrent personen die zich voor steun hebben aangemeld, terwijl zulks ook door enkele kerkelijke instellingen geschiedde. Het aantal bedroeg 102. Om het den besturen der instellingen, tot wien de Armen raad, tot het bekomen dezer inlichtingen zich wendt, het eenigszins gemakkelijk te maken, wordt bij de aanvrage een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1914 | | pagina 641