17 VIIL Opgaaf van het aantal adviezen uitgebracht a. op verzoek, b. uit eigen beweging, met vermelding van de onderwerpen. Zooals wij reeds meldden onder hoofdstuk VI van dit verslag is het eenmaal voorgekomen dat aan eene instel ling van weldadigheid schriftelijk advies was gegeven uit eigener beweging en eenige malen op mondeling verzoek. Alhoewel ze niet van ingrijpenden aard waren, achten wij ons toch verplicht het uit eigener beweging gegeven advies hierboven vermeld nader toe te lichten. Eene instelling had gebruik gemaakt van het bepaalde in art. 12 der Armen wet om in kennis te worden gesteld of aan een gezin door andere instellingen van weldadigheid ondersteuning werd verstrekt. Aangezien het betrokken gezin, bestaande uit man, die een vast inkomen genoot van f 8.per week -j- f3.ouderdomsrente, eene vrouw en een zoon gega- geerd met f 200.'s jaars en bovendien nog als los werkman werkzaam was, leidde dit tot nader onderzoek wat aanleiding had kunnen geven zich bij eene weldadigheids- inrichting aan te melden. Het resultaat van het onderzoek was, dat men zich niet om onderstand had aangemeld, doch een verzoek aan Hare Majesteit de Koningin had gericht om eene gift met het oog op hun aanstaand gouden huwe lijksfeest. Omdat het volgens ons gevoelen met het oog op de inkomsten van het gezin in dit geval niet aan ging gebruik, neen „misbruik" te maken van den welda digheidszin onzer geëerbiedigde Koningin, gaven wij uit eigener beweging bedoelde instelling advies het verzoek niet te steunen. IX. Wat de Armenraad zelf overigens der vermelding waardig acht. Ter aanvulling van het reeds onder hoofdstuk Vlld ver melde betreffende het plaatselijk steuncomité laten wij hier enkele beschouwingen omtrent de werking, enz., daarvan volgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1914 | | pagina 648