18 In de tweede week van Augustus reeds kwamen veien zich bij het comité aanmelden voor steun, waaronder een groot gedeelte dat nog niet geheel werkloos was, en een ander deel, dat nimmer vast werk had. Door het oordeelkundig verleenen van steun, waarbij élk gezin en eiken eenloopenden persoon afzonderlijk werden behandeld, moesten wij ervoor waken, dat het steuncomité niet een comité zon worden om behoeftigen te kweeken, doch alleen om den tijdelijken nood, een gevolg van de huidige tijdsomstandigheden, zooveel mogelijk te lenigen. Hiervoor was een scherp onderzoek noodig, dat menigmaal herhaald moest worden. Steeds spoorden wij de steungenietenden aan te trachten aan 't werk te komen, al was het dan ook maar gedeel telijk, wijl het comité alsdan toch nog eenigen steun zou verleenen. Dat zoowel het scherp onderzoek en de aanspo ring hier bedoeld noodig waren, bleek ons meermalen. Een van deze gevallen willen wij hier vermelden. Een werkgever deelde ons den naam mede van een per soon, die geen lust gevoelde om een werk te verrichten, waarbij hij in 6 a 7 uren tijds f2.kon verdienen, doch hij verwijderde zich en liet het werk staan. Den volgenden dag had de wekelijksche steunuitreiking plaats. De vrouw kwam het toegekende in ontvangst nemen. Op de vraag waar haar man was, deelde ze mede, dat hij sedert eenige dagen ziek was. Men stelde haar in kennis met het feit van het aangeboden werk op den vorigen dag, waarop haar ant woord was: ,,Z e zeggen als je werk hebt, dat je dan geen steun krijgt". Onze vrees, dat het opgerichte steuncomité het kweeken van behoeftigen zou kunnen bevorderen, was dus niet ge heel zonder grond. Aldus vastgesteld in de vergadering van den Armenraad van 25 Mei 1915. A. F. SMITS, Voorzitter. A. P. DE GROOT, Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1914 | | pagina 649