Huishoudelijk Reglement ARMENRAAD TE BREDA. BIJLAGE A. als bedoeld in artikel 52 der Armenwet. 1. Van den Armenraad. Artikel 1. De raad vergadert minstens tweemalen 's jaars, en wel in de maanden Maart en Mei, en voorts zoo dikwijls de voorzitter dit noodig oordeelt, het bestuur daartoe besluit, of wanneer minstens vijf leden van den raad den voorzitter dit schriftelijk, onder opgave van redenen, verzoeken. Art. 2. In de Maart-vergadering wordt vastgesteld de rekening en verantwoording over het afgeloopen kalenderjaar en zoo- noodig overgaan tot verdeeling der gelden bedoeld in artikel 16 der Armenwet. In de Mei-vergadering wordt vastgesteld de begrooting vbor het volgend jaar en het jaarverslag betreffende het armwezen in het ambtsgebied van den Raad, bedoeld in art. 56, le lid sub. 7 der Armenwet. De raad kan besluiten, vergaderingen te houden toegan kelijk ook voor anderen dan zijne leden tot behandeling van onderwerpen die kunnen strekken tot bevordering eener goede armenverzorging of kunnen leiden tot het streven naar en bevorderen van samenwerking der instellingen in het ambtsgebied werkzaam. (Art. 36, le lid sub. 6 der Armenwet).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1914 | | pagina 651