steld en daarna door den voorzitter en secretaris onder
teekend.
De onderwerpen, op den oproepingsbrief aangegeven, wor
den behandeld in de volgorde waarin zij daar zijn vermeld.
Van deze volgorde kan door den voorzitter en volgens
besluit van den raad worden afgeweken.
Na de onderwerpen in het vorige lid genoemd, worden
die behandeld, bedoeld in art. 4 lid 2 en daarna die bedoeld
in lid 4 van dat artikel.
Art. 7.
Alle beslissingen over zaken worden genomen bij vol
strekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen.
Bij staking van stemmen, wordt, indien niet alle leden
tegenwoordig zijn, het nemen van een besluit tot een vol
gende vergadering uitgesteld.
In deze en evenzoo in eene voltallige vergadering wordt
bij staking van stemmen het voorstel geacht niet te zijn
aangenomen.
Art. 8.
Over alle zaken wordt, zoo een der aanwezige leden het
verlangt, mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd.
Art. 9.
Omtrent stemmingen bij benoemingen of voordrachten
van personen vindt het bepaalde in de artt. 29, 30, 31, 35
le lid, 36, 37, 38 en 39 van het Kon. Besluit van 18 Juli
1912, Staatsblad no. 264, overeenkomstige toepassing, met
dien verstande, dat in plaats van „Burgemeester" wordt
gelezen „Voorzitter van den armenraad".
Art. 10.
De Raad kan uit zijn midden vaste commissiën benoe
men tot bijstand van- of tot het geven van advies aan den
Raad of het Bestuur.