Het beslist of er termen zijn in spoedeischende gevallen den raad bijeen te roepen, terwijl in zoodanig geval niet de termijn, genoemd in art. 4, 3e lid van dit Reglement, zal gelden. Het wijst uit zijn midden een lid aan, belast met het toe zicht op de geldelijke administratie van den secretaris. Het houdt toezicht op de werkzaamheden van den Secre taris en diens bureau en kan de dagelijksche uitoefening van dit toezicht opdragen aan den voorzitter of aan een zijner leden. 3. Van den Voorzitter. Art. 19. De voorzitter is belast met de leiding der vergaderingen van den raad en van het bestuur en met het beleggen der bestuursvergaderingen Hij onderteekent met den secretaris alle stukken, die van den raad of van het Bestuur uitgaan, voor zoover het be stuur die onderteekening niet aan den secretaris alleen heeft opgedragen. Art. 20. De voorzitter wordt bij afwezigheid of ontstentenis ver vangen door het oudste lid in jaren van het bestuur. Art. 21. Wanneer de functie van voorzitter vacant komt, vindt binnen eene maand een nieuwe verkiezing plaats. Hierbij worden toegepast de regelen van artt. 3439 van het Kon- besluit van 18 Juli 1912, Staatsblad 110. 264, met dien ver stande, dat in die artikelen in plaats van „Burgemeester" wordt gelezen „Voorzitter". De installatie geschiedt door den waarnemenden voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1914 | | pagina 657