- 28
het bureau van den raad werkzaam zijn, kan de waarne
ming door den voorzitter aan zoodanigen ambtenaar wor
den opgedragen.
5. Van het personeel.
Art. 26.
Het personeel, dat de Raad of diens bureau voor de uit
oefening zijner taak behoeft, wordt benoemd door het be
stuur, dat ook zijne instructie vaststelt. Deze instructie wordt
medegedeeld aan den Raad.
Het bestuur stelt de salarissen vast, met inachtneming van
de daarvoor op de begrooting voorkomende cijfers.
Het personeel wordt door het Bestuur geschorst of ont
slagen, behoudens beroep op den Armenraad.
Art. 27.
De ambtenaren van het bureau staan gedurende de bureau
uren onder de bevelen van den secretaris.
Ingeval zij den wensch te kennen geven, door het bestuur
te worden gehoord, zal hun daartoe zoo spoedig mogelijk
gelegenheid worden gegeven.
6. Van het verstrekken van inlichtingen.
Art. 28.
Inlichtingen als bedoeld in art. 56, le lid sub 3o der Ar
menwet, kunnen behalve aan instellingen van weldadigheid,
worden verstrekt aan burgemeester en wethouders, aan arm-
verzorgers of huisbezoekers van instellingen van weldadig
heid en aanverwante instellingen.
Aan anderen worden die inlichtingen verstrekt in al die
gevallen, waarin het vragen der inlichtingen klaarblijkelijk
het belang van de armenzorg of van bepaalde armen bedoelt.
De secretaris verstrekt deze inlichtingen, namens het be
stuur, wanneer ten zijnen genoege is aangetoond, dat het