si
Art. 5.
Hij: woont alle vergaderingen van den raad en het bestuur
en desverlangd van de door den raad benoemde Commis-
siën bij.
Art. 6.
Hij is bevoegd de noodige bureaubehoeften aan te schaf
fen binnen de perken der begrooting. Voor het uitgeven aan
bedragen boven de f 10.— behoeft hij de machtiging van den
voorzitter.
Art. 7.
Hij ontvangt alle stukken aan den raad en het bestuur
gericht, stelt een voorloopig onderzoek in en brengt deze
stukken, met voorkennis van den voorzitter, ter tafel in de
eerstvolgende vergadering van het college, waar zij behoo-
ren. Hij draagt zorg, dat alle stukken, zoowel inkomende
als uitgaande, worden geregistreerd en in het archief ge
plaatst.
Art. 8.
Hij zorgt dat de leden van den raad en van het bestuur
tijdig de oproepingsbrieven voor de vergaderingen ontvan
gen met inachtneming van de termijnen, in het Huishoude
lijk Keglement genoemd.
Art. 8.
Hij houdt de notulen in de vergaderingen van den raad,
het bestuur en, zoo noodig, van de commissiën uit den
raad.
Art. 10'.
Hij is belast met de redactie van alle stukken, van den
raad of het bestuur uitgaande, voor zoover die redactie niet
aan anderen wordt opgedragen.
Art. 11.
Hij teekent met den voorzitter alle stukken, die van den
raad of van het bestuur uitgaan, behoudens van die stuk
ken waarvan hem de onderteekening alleen is opgedragen.