32 Art. 12. Hij ontwerpt tijdig de begrooting voor het volgend kalen derjaar, alsmede het verslag betreffende het armwezen en een plan tot verdeeling der ingekomen armengelden en legt deze ontwerpen, benevens- de rekening over het afge- loopen kalenderjaar, aan het bestuur voor. Art. 13 Hij beheert onder toezicht van het bestuur, de gelden, bestemd voor den dienst van den Raad, en de gelden, be doeld in art. 16 der Armenwet, en verstrekt te dien aan zien aan het bestuur steeds alle gewenschte inlichtingen. Hij belegt, overeenkomstig het besluit van het bestuur, de tijdelijk aanwezige gelden. Art. 14. Wanneer de secretaris door ongesteldheid verhinderd is zijn functie waar te nemen, geeft hij daarvan ten spoedig ste kennis aan den voorzitter. Voor het om andere redenen van het bureau afwezig blij ven op de uren, in art. 4 genoemd, behoeft hij de toestem ming van den voorzitter. Art. 15. Den secretaris wordt, desgewenscht, een jaarlijksch verlof van vier achtereenvolgende weken verleend. Verlof gedu rende ten hoogste drie achtereenvolgende dagen kan hem door den voorzitter worden verleend voor een verlof ge durende langeren termijn behoeft hij de toestemming van het bestuur. Art. 16. De secretaris doet het onderzoek, bedoeld in art. 12, 56, le lid sub lo en 57 der Armenwet, instellen. In de geval len, waarin redelijke twijfel mogelijk is, of er voldoende ter men aanwezig zijn voor het instellen van een onderzoek is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1914 | | pagina 663