33
hij gehouden onverwijld de beslissing van het Bestuur van
den Armenraad in te roepen. Hij verzamelt de inlichtingen,
bedoeld in art. 56, le lid, sub 2o en verstrekt de inlichtin
gen, bedoeld in art. 56, le lid, sub 3o dier wet, met inacht
neming van het bepaalde in 6 van het Huishoudelijk
Reglement.
Art. 17.
Door het aanleggen en bijhouden van verzamelingen van
reglementen en jaarverslagen van verschillende instellingen
van weldadigheid, door het inwinnen van inlichtingen enz.
tracht hij zooveel mogelijk te voldoen aan het bepaalde in
art. 56, le lid, sub 4o der Armenwet.
Art. 18.
Hij zorgt dat de stukken, behoorende tot de agenua der
vergaderingen van den raad en het bestuur, voor de leden
dier colleges ter inzage liggen.
Art. 19.
Hij is belast met het beheer van het archief van den
raad. Hij is bevoegd, aan de leden van den Raad stukken,
tot het archief behoorende, ter inzage te verstrekken tegen
bewijs van ontvangst en voor een daarop te vermelden tijd.
Aldus vastgesteld in de vergadering van den Armenraad
te Breda van 16 December 1913.
A. F. SMITS, Voorzitter.
A. p. DE GROOT, Secretaris.
Goedgekeurd door den Minister van Binnenlandsche Za
ken bij besluit van 2 Februari 1914, no. 808, afdeeling Y.A.