zich te wenden tot den Heer Minister van Waterstaat met
verzoek, de verkeersbelangen in Nederland te willen bevorderen
door verbetering van den treinenloop, vooral ook in verband
met de aansluitingen op de gemeenschappelijke stations".
TOELICHTING.
Onze Kamer is zich bewust dat, hoe ook de treinenloop
in Nederland zou worden geregeld, altijd leemten zullen
blijven bestaan, desiderata, welker vervulling tot de onmo
gelijkheden zullen behooren. En tot het onmogelijke kan
ook geen Spoorwegmaatschappij gehouden zijn.
Doch naast die niet te bevredigen wenschen zij|n er andere,
die naar ons bescheiden inzicht wel voor verwezenlijking
vatbaar zijn en welker voldoening aan breede kringen van
het handeldrijvend reizend publiek stof zoude geven tot
dankbaarheid. Het zij ons vergund enkele bestaande ge
brekkige correspondenties aan te wijzen, tot adstrueering
van ons voorstel.
De eerste ochtendtrein van Breda naar Utrecht vertrekt
te 6.17 en komt te Utrecht C. S. aan te 9.01, alzoo juist
te laat om aansluiting te vinden op den trein die uit
Utrecht C. S. naar Zwolle vertrekt te 8.50.
De volgende trein van Breda naar Utrecht vertrekt te
8.07 en arriveert te Utrecht C. S. te 10.15. Maar dan is
even te voren te 10.10 de trein uit Utrecht C. S. naar
Zwolle en verder naar Groningen en Leeuwarden vertrok
ken. Werd deze trein slechts enkele minuten later gesteld,
een goede ochtend-spoorwegverbinding tusschen het Zuiden
en het Noorden des lands zou daarmede bereikt worden,
zeer ten gerieve van den handel. Het wil ons voorkomen
dat deze groote verbetering, bij welwillend overleg der be
trokken spoorwegmaatschappijen zelfs zonder geldelijke op
offering kan worden tot stand gebracht.