Vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank
in het klein.
Aan dit recht is voor het vergunningsjaar 1915/16 ont
vangen voor 108 gewone en 6 bijzondere vergunningen
f 6279.69 tegen f 6270' 315 in 1913.
Het recht voor eene bijzondere vergunning bedraagt 75
ten honderd van het bedrag, hetwelk voor eene gewone
vergunning, overeenkomstig art. 20. 3de lid, der drankwet,
wordt vastgesteld.
Bovendien wordt heit recht van elke vergunning met 50
ten honderd verminderd voor de localiteiten, waarin geen
sterke drank in het klein verkocht of geschonken wordt
tusschen Zaterdagavond 6 uur - en Maandagochtend 8 uur.
Van deze bijzondere bepaling werd in 1915 gebruik ge
maakt door de houders van 5 bijzondere vergunningen.
Met betrekking tot de schatting der huurwaarde van
localiteiten, waarin sterke drank in het klein wordt, verkocht,
werd door ons in 1909 eene regeling vastgesteld, opgeno
men in het gemeenteverslag van dat jaar. welke regel1 in g
ook in 1915 tot grondslag voor de berekening van het ver
gunningsrecht heeft gestrekt.
Schatter van de dranklocaliteiten is de-heer F. B. Engbersen.
Ten aanzien van de uitvoering en de toepassing van
verschillende bepalingen der drankwet valt alsnog het
volgende te vermelden:
Verleend werden:
1 vergunning ingevolge art. 5, 2de lid (tegen inwisse
ling van twee bestaande vergunningen.)
2 vergunningen voor logement ingevolge art. 2, 2de lid
Overgeschreven werd
1 vergunning op eene andere localiteit (art 25);