130 HOOFDSTUK X. ARMWEZEN. Op 31 December 1915 waren in deze gemeente gevestigd 2 instellingen, behoorende tot letter a (burgerlijke) 27 b (kerkelijke) en 13 ,t c (bijzondere) van artikel 2 der wet van 27 April 1912 {Staatsblad no. 165). Bij ons besluit van 19 April 1915 werd de vereeniging ,,Pro Juventute" en bij ons besluit van 20 Mei 1915 de R. K. Vereeniging tot bescherming van zuigelingen voor Breda en omstreken geplaatst op de lijst, bedoeld in art. 3 der armenwet. Beide inistellingen zijn gerangschikt onder letter c van art. 2 der armenwet. De burgerlijke instellingen zijn lo. het burgerlijk of algemeen armbestuur en 2o. het oude-mannenhuis. Verschillende bijzonderheden, nopens den toestand van het armwezen, zijn vervat in het hierachter opgenomen verslag van. het burgerlijk armbestuur over 1915. (Bijlage XXX). Bij koninklijk besluit van 7 Juni 1903 no. 38 werd voor deze gemeente een armenraad ingesteld, waarbij het aantal bestuursleden werd bepaald op vijf. Er zijn 19 instellingen van weldadigheid in deze gemeente, welke aan dien armen raad deelnemen. Een verslag van deze instelling, over 1915 is als bijlage hierachter opgenomen (Bijlage XXIX). Van de vereeniging ,,Pro Juventute'' ontvingen wij het verslag hierachter als bijlage opgenomen. (Bijlage XXXa). Op daartoe gedane uitnoodiging ontvingen wij, evenals in voorgaande jaren, een verslag van de commissie van het district „Breda"' van het fonds ter aanmoediging en onder steuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden over 1915. (Bijlage XXXI).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1915 | | pagina 139