140
Instellingen tot voorkoming van armoede.
Deze instellingen zijn
A. De bank van leening.
B. Eene spaarbank van wege liet departement ..Breda
de,r maatschappij tot nut van 't algemeen.
C. Eene ziekensociëteit van het departement voornoemd.
D. Eene hulpbank van voornoemd departement.
E. Eene commissie uit voormeld departement tot het doen
van voorschotten aan gepensionneerden.
F. Eene commissie uit idem tot het verstrekken van
warme spijzen aan behoeftige schoolkinderen.
Gr. Eene bij koninklijk besluit erkende spaarkas van de
Yoreeniging „Zuinigheid met vlijt (afdeeling van den R.K.
Volksbond).
H. Eene voorschotbank van voornoemde vereeniging.
I. Eene Boerenleenbank, afdeeling van de Centrale
Boerenleenbank te Eindhoven.
J. Eene spaarbank van den St. .Josephkring. opgericht
lij Maar 1897.
De toestand van de onder A genoemde inrichting in 1915
is omschreven in het hierachter opgenomen van de commissie
van beheer ontvangen verslag. (Bijlage XXXII).