gekeerde ambtenaarspensioenen) f 1683.75 voor weduwen
en weezenpensioen(ingevolge ar1. 27, le lid, sub a, der
weduwenwet voor de gemeente-ambtenaren 1913) f 10286.275
Aan vóór 1 October 1913 verleende pensioenen werd be
taald een bedrag van f 15806.BI5.
Aan één na 1 October 1913 gepensionneerde gemeente
ambtenaar is met ingang van 1 Nov. 1915 een aanvullings
pensioen verleend van f 149 's jaars Over 2 maanden van
1915 is dus nog betaald f 24.835.
Aan een andere, na 1 October 191-3 gepensionneerde ge
meente-ambtenaar, is vergoed een deel der bijdrage, door
hem verschuldigd ingevolge art. 27, le lid sub 1 der Wedu
wenwet voor de gemeente-ambtenaren 1913 Deze vergoeding
bedraagt f 54 's jaars.
Aan verschillende, eervol ontslagen ambtenaren en werk
lieden zijn, met machtiging van burgemeester en wethouders,
voorschotten betaald tot het tijdstip, waarop hen Kijkspen-
sioen zou worden toegekend en onder verplichting, dat door
ben het genotene in de kas van het gemeentelijk pensioen
fonds zouden worden teruggestort. Deze voorschotten be
dragen te samen f 2428.50 De tèrugstorting heeft in 1915
plaats gehad.
Mede zijn in uitgaaf gebracht
a. tijdelijke belegging van kasgeld f 2550.
b. inkoopsom voor pensioen, ingevolge art. IV
en V der wet van 21 Juni 1913 Stbl. no 303 - 30
c. aan de gemeente, teruggaaf van voorge
schoten kasgeld- 1800.
Het totaal der ontvangsten bedroeg f 37.628.32 en dat der
u'tgaven f 37.520.685. Er is dus een voordeelig saldo van
f 107 635.
Aan dit verslag wordt toegevoegd
I. Staat der bezittingen van het fonds, naar den toestand
op 31 December 1915.
II. Opgave van betaalde pensioenen in 1915.
Breda, 14 Juni 1916.
De Administrateur,
F. CERUTTI.