hooger beroep de voorwaarden gewijzigd, welke bij besluit
van Burgemeester en Wethouders van 2Junil914Ag.no. 10
waren toegevoegd aan de vroeger verleende vergunning aan
A. J. Sommen tot het oprichten van eene grof- en hoef
smederij in het perceel aan de Boschstraat No. 32.
2o. Bij Ivohinklijk Besluit van 3 April 1915 werd -n
hooger beroep vergunning verleend aan F. A. Smits tot het
oprichten van eene bewaarplaats van benzine in het perceel
Groote Markt No. 9 en zulks tegen het besluit van Burge
meester en Wethouders van 17 September 1914 Ag. no. 18,
waarbij aan hem vergunning was geweigerd.
E. Vergunningen verleend krachtens art. 16 der Hinderwet.
lo. Bij besluit van. de Gedeputeerde Staten van Noord
brabant van 13 October 1915 is aan de N. Y. Teteringsche
Stoomlucifersfabriek v/h. Dijkerman Co. te Teteringen
vergunning verleend tot uitbreiding van hare inrichting,
staande op de pereeelen, kadastraal bekend gemeente Tete
ringen Sectie D No. 3102 en, gemeente Breda Sectie B No. 5992.
2o. Bij besluit van de Gedeputeerde Staten van Noord-
b.rabant van 29 December 1915 is aan de firma Ph. P. van
Baak vergunning verleend tot uitbreiding van hare leder
en drijfriemenfabriek op- de pereeelen kadastraal bekend ge
meente Breda Sectie B No. 5429 en 5717 en gemeente Tete
ringen Sectie D No. 2770.
F. Vergunningen verleend krachtens art. 2 6 der Hinderwet.
Bij besluit van den Minister van Oorlog van 30 September
1915 is goedkeuring verleend tot het oprichten van eene
ha ver-reinigingsinrichting met toebehooren in het haverma-
gazijn op het perceel aan de Gasthuisvelden, kadastraal
bekend gemeente Breda Sectie A No. 4439.
Q. Intrekkingen van vergunningen krachtens art. 20 der
Hinderwet.
Hadden niet plaats.
H. Toepassing van artikel 21 der Hinderwet.
Na herhaalde waarschuwingen en opgemaakt proces-verbaal