benedenhuis, klaagde over zeer onaangenamen reuk. vooral in de slaapkamers. 2. De bewoner van het hotel ,,De Kroon", Bosch straat nr. 28 over hinder tengevolge van de zeer slechte rioleering van een belendende slagerij. De slechte rio- leering van het eigendom van den klager bleek echter oorzaak te zijn van den hinder, 3. De bewoner van het perceel G-innekenstraat nr. 90a over stank en vocht in de voorkamer. 4. De secretaris van het College van Diakenen der Nederlandsche Hervormde Gemeente te Breda over stank van een putje, zich bevindende achter in het smalle gangetje naast het Diakonie Bestedelingshuis. Bosch- straat 65 5. de bewoner van het perceel Leuvenaarstraat nr. 100, over zijn woning in het algemeen. 6. de bewoner van het perceel Vlas zak nr. 13 over idem 7. de directie van de Meubelfabriek „Brabant" over stank' van ter droging uitgespreide mest in de BI eekstraat 8. de bewoner van het perceel Haagweg 10a. over verpestende stank veroorzaakt door rottende afval van de Jamfabriek te Princenhage, welke afval als mest werd gebezigd' op de terreinen gelegen achter den Haagweg 9. de bewoner van het perceel Sophiastraat 21 over walgelijke lucht in een zijner kamers. Bovenstaande klachten werden door of vanwege de Commissie ter plaatse onderzocht, gegrond bevonden en aan de bevoegde autoriteiten medegedeeld. De Ontvanger der Registratie en Domeinen te Breda was naar aanleiding van klacht 8 zoo welwillend den pachter van de perceelen domeingrond aan den Haagweg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1915 | | pagina 266