Volkshuisvesting.
11
HOOFDSTUK IV.
Woning- In den looP van het jaar 1915 werd- door de
onderzoek. Commissie een plaatselijk onderzoek ingesteld in 38
woningen, en wel
In 10 woningen en erven, teneinde advies te kunnen
verleenen aan den gemeenteraad van Breda, in zake
aangevraagde dispensatie van art. 14 der Bouwveror
dening (Zie bijlage II).
In 20 woningen, teneinde uitvoering te geven aan
de Woningwet en een besluit uit te lokken van
Burgemeester en Wethouders, waarbij- wordt gelast
den bestaanden toestand te verbeteren of waarbij de
betrokken woning onbewoonbaar wordt verklaard.
Art. 11b. 14 Als niet ongeschikt ter bewoning, doch noodzakelijk
en 40 der te verbeteren (artt. 11b, 14 en 40 der Woningwet
Woningwet. wer[ien aangewezen de woningen:
Veemarkt No. 10 verbeterd.
Ginnekenstraat No. 90a
Leuvenaarstraat No 100
100a
Art. 11a der Als ongeschikt ter bewoning, doch alsnog in bewoon-
Woningwet. baren staat te brengen (art. 11a der Woningwet) werden
aangewezen de woningen
V Jaszak Nos. 13 en 13a vferbeterd
idem 27, 27a, 29a, 31 en 31a niets verbeterd.
Achterom 63, 65 enz. t/m 77 idem
Middellaan Nos. 14 en 76 verbeterd,
idem 80. 82, 84, 86 en 88 verbeteringen
worden aangebracht.
Art. 11a der Als ongeschikt ter bewoning werden aangewezen en
Woningwet, onbewoonbaar verklaard de woningen:
Akkerstraat Nos. 34 en 36.