12
Gedurende de jaren 1903 tot en met 1915 werden
door de Commissie onderzocht totaal 1031 woningen,
waarvan 86 werden onbewoonbaar verklaard. 751 geheel
en 15 gedeeltelijk verbeterd; 132 kregen een andere
bestemming, 10 werden gesloopt: niet verbeterd doch
de bewoning gestaakt 6. de overige 31 moeten nog
verbeterd worden.
De woningen, door de Commissie in vorige jaren
onderzocht en thans onbewoonbaar verklaard, zijn:
Ridderstraat Nos. 11, 13 en 15 (boven).
Keizerstraat Nos. 38 en 38a.
Het bijzonder daartoe aangelegd register betreffende
alle onderzochte woningen wordt regelmatig bijgehouden.
Op deze wijze wordt het woningonderzoek systematisch
voortgezet.
Tot de woningen door de Commissie in vorige jaren
onderzocht en nog steeds niet voldoende verbeterd,
behooren
1 woning Keizerstraat No. 34.
4 woningen Valkenstraat No. 96, 98, 100 en 102.
2 Koninginnestraat Nos. 97 en 97a, niet,
verbeterd, daarna onbewoonbaar verklaard. De eigenaar
heeft tegen het besluit van den Gemeenteraad voor
ziening gevraagd bij Gedeputeerde Staten, bij wie de
zaak nog aanhangig is.
1 woning Koninginnestraat No. 101. niet verbeterd.
2 woningen Tramsingel No. 4 en 4b.
5 5, 6, 7. 8 en 9.
1 woning Nieuwstraat No. 14 is als pakhuis in gebruik.
Burgemeester en Wethouders vroegen de Commissie
om advies over een schrijven van Gedeputeerde Staten
van Noordbrabant, betreffende de onbewoonbaarverkla
ring van de woningen Koninginnestraat 97 en 97a,
waartegen de eigenaar in beroep was gegaan.