23
jgptde gevraagde uitzondering alleen toe te staan onder
voorwaarde: ,,dat het gedeelte van den ontworpen
oostelijken gevel, grenzende aan de open plaatsjes
„van de woningen aan de Coehoornstraat en lang
„ongeveer 13.80 M. voor het gedeelte de beide ver-
diepingen over een afstand van minstens 4 M. in
„westelijke richting wordt verplaatst".
Dit is uit een bouwkundig oogpunt uitvoerbaar.
De lichtinval wordt dan ongeveer 15°. wat bij nieuw
bouw veelal als minimum wordt aangenomen.
De Directeur der Openbare Werken en Bedrijven:
w. g. W. v. VEEN.
Onder terugzending van het verzoekschrift der N. V.
Nederlandsche Groenten- en Vruchtendrogerij d.d. 10
Nov. 1915 met teekening in tweevoud en van het advies
der Gezondheidscommissie d.d. 15 Dec. 1915 No. 907,
heb ik de eer UEAb. het volgende mede te deelen.
Blijkens het verzoekschrift en de overgelegde teeke
ning, betreft deze aanvrage een ketelhuis met schoor
steen op het open terrein van het perceel Middenlaan
No. 90 en is de inrichting van tijdelijken aard.
Ter toelichting van dit laatste moge dienen, dat de
inrichting met ingang van 1 April 1916 wordt verplaatst
en dus eene tijdelijke uitzondering tot 16 Aug. 1916.
wanneer de termijn der Hinderwetsvergunning zal zijn
verstreken, ruimschoots voldoende is.
Met het advies der Gezondheidscommissie kan ik mij
niet vereenigen om de volgende redenen, waarbij ik dat
advies punt voor punt volg:
1°. Het kadastraal nummer is niet opgegeven, het
is zoowel aan het hoofd der teekeningen, als in den
plattegrond vermeld.