24
2e. De overgelegde teekeningen zijn wel voldoende in
dien zin, dat duidelijk is aangegeven en ondubbelzinnig
is vastgesteld het terrein, waarvan de bebouwing wordt
gewenscht.
Niet voldoende zijn de teekeningen voor eene goede
beoordeeling van den invloed dier bebouwing in de
omgeving, doch dit is bij dergelijke teekeningen bijna
nimmer het geval, bijv', ook niet bij de door de firma
van Baak overgelegde teekeningen.
Noodig is het daarom den toestand ter plaatse op te
nemen, hetgeen de Gezondheidscommissie ook in dit
geval hee't gedaan en de teekeningen nader toe te
lichten vtoor den Raad. Tot dit laatste doel heb ik eene
der teekeningen met zwarte inkt bijgewerkt en hierbij-
gevoegd eene situatieteekening, aangevende de inrichting;
en hare naaste omgeving en waarop het bewuste ketel
huis met schoorsteen door een witfje tint zijn aangegeven.
3e. Het verbod van art. 14 der bouwverordening is
inderdaad overtreden; hiertegen is op de gebruikelijke
wijze opgetreden. Hangende de afdoening van het aan
den Raad d.d. 15 Nov. 1915, dus zeer tijdig ingediende
verzoekschrift, vond ik geen aanleiding om Burgemeester
en Wethouders te adviseeren tot afbreken van hetgeen
tot dusver in strijd met art. 14 is daargesteld (art. 46
der Woningwet). Thans kom ik tot de practische be
zwaren der Gezondheidscommissie.
4e. In tegenspraak met hetgeen de Gezondheids
commissie mededeelt, zal het aangrenzende gebouw
Middenlaan No. 90 wel aan de voorschriften der bouw
verordening blijven voldoen. Ook zal het perceel ten.
aanzien van de bepalingen der bouwverordening en
der Woningwet niet in ongunstiger toestand komen.
5e. Uit een oogpunt van toevoer van licht zullen
de woningen, gelegen in deh gang naar het ketelhuis,