14
Brandweer machtiging te geven hulp te verleenen bij den
grooten brand der Jamfabriek, wil ik niet nalaten aari U
als Opper brand meester mijne erkentelijkheid te betuigen
voor de verleende hulp, waaraan het zeer zeker voor het
allergrootste gedeelte te danken is, dat de fabriek nog voor
algeheelle vernieling gespaard bleef.
Het zij mij vergund U te verzoeken den Heeren Brand
meesters van den kring mijne groote voldoening te kennen
te geven over het kranige werk dat, onder de leiding der
hoofden, door de ijverige spuitgasten is gedaan.
Ook constateer ik met genoegen, dat wederom bij deze
gelegenheid de meest aangename samenwerking tusschen de
brandweer van Breda met die van Princenhage heeft ge-
heerscht en zulks kon niet anders dan ten goede komen
aan eene zaak, die voor niet gering deel ook de arbeidende
klasse van Breda ten goede komt.
Thans immers is het mogelijk, dat weldra het werk zal
worden voortgezet, zoodat betrekkelijk weinig menschen
door deze ramp werkloos zullen worden.
Hoogachtend,
F. DOMMER VAN POLDERSVELDT,
Burgemeester.
Evenals vorige jaren, geven wij aan het slot van dit
jaarverslag de verzekering, dat wij zullen blijven streven
naar meerdere volmaking der organisatie van ons korps.
Het brandweercollege voornoemd
P. M. KUSELBOS, voorzitter.
VAN GILS, secretaris.
Breda, 15 April 191G