28 B. Het college van dagelijksch bestuur. Voormeld college was op 31 December 1915 samengesteld uit de heeren Mr. E. 0. J. M. baron van Hövell tot Westerflier, bur gemeester, benoemd bij Koninklijk besluit van 12 November 1915, no. 21, met ingang van 22' November d. a. v. ge- installeerd 13 December daarna. L. E. Keijzer, wethouder, aftredende in 1917. C. L. Stulemeijer, wethouder, aftredende in 1917. Mr. W. IngenHousz, wethouder, aftredende in 1920. De oud-wethouder Scheltus en de wethouder IngenHousz waren met i de heeren L. M. Beekers, commies (als hoofd) ten kantore van den burgerlijken stand en A. J. van Son, (hoofdcomm'es ter secretarie), ambtenaren van den burger lijken stand. Bij raadsbesluit van 3 Augustus 1912 is alsnog tot vierde ambtenaar van den burgerlijken stand benoemd de heer M. J. M. Nelissen. adjunct-commies ten kantore van den burgerlijken stand en bevolking. Aan den heer mr. E. P. van Lanschot werd bij raads besluit van 20 November 1915 op zijn verzoek eervol ont slag verleend als onbezoldigd ambtenaar van den burger lijken stand. Secretaris H. H. Jonkergouw, benoemd bij raadsbesluit van 20 Juni 1908. Ontvanger: mr. F. Th. H. Cerutti, benoemd bij raadsbesluit van 12 December 1914 met ingang van 1 Januari 1915. Mutatiën in den raad en in het dagelijksch bestuur. Aan den heer mr. E. P. van Eanschot werd bij Kon. besluit van 13 September 1915 no. 9 op zijn verzoek met ingang van 1 October 1915 eervol ontslag verleend als burgemeester dezer gemeente, terwijl in diens plaats bij Kon. besluit van 12 November 1915 no. 21, met ingang- van 22 November d.a.v. tot burgemeester werd benoemd de heer mr. E. O. J. M. baron van Hövell tot Westerflier, met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1915 | | pagina 37